Stel je voor dat je schreeuwt, maar er komt geen geluid. Een oerkreet die vastzit in je borstkas, een echo in een lichaam vol verhalen die niemand wil horen. Je spartelt, je vecht, maar de mensen die aan de waterkant staan, de mensen die je je dierbaren noemt, zien alleen de rimpeling in het water. Ze zien de bubbels aan de oppervlakte en noemen het verwarring.
Dit is het landschap voor wie met de onzichtbare bagage van een trauma door het leven reist. Je zoekt instinctief een haven, een plek waar de ankers uit kunnen en de storm in je hoofd mag gaan liggen. Vaak is die gezochte haven de plek waar je vandaan komt, je dierbaren. Maar wat als die haven een muur blijkt te zijn? Een muur van onbegrip, opgetrokken uit snelle oordelen en het ongemak van een pijn die ze niet kunnen plaatsen.
Het is een van de diepste vormen van eenzaamheid: gezien worden, maar niet begrepen. Ze zien je gedrag, je worsteling, je verdriet. Ze zien de symptomen, maar zijn blind voor de oorzaak. Het is het hetzelfde als iemand die verdrinkt, de schuld geven dat hij nat is. In plaats van een reddingsboei toe te werpen, reiken ze je een etiket aan. ‘Ziek’. ‘Verward’. ‘Anders’.
En dan volgt soms de ultieme verbanning. Een opname. Niet als een daad van zorg, maar als een manier om het probleem op te ruimen. Je wordt op een plek gezet waar je een nummer wordt, een diagnose in een dossier dat gesloten kan worden. Het is de stilzwijgende boodschap: jij bent het probleem, en wij hebben het opgelost. Je wordt op een eiland geplaatst, en de boot vaart weg.
Op dat eenzame eiland, in de oorverdovende stilte van het onbegrip, gebeurt er iets wonderlijks. Wanneer alle externe kompassen worden weggenomen, ben je gedwongen om er een te zoeken in je eigen hart. Het is een pijnlijk en desoriënterend proces. Je leert je eigen wonden te verbinden, je eigen tranen te duiden en je eigen waarheid te omarmen. De steun die je nooit kreeg, begin je, steen voor steen, in jezelf op te bouwen.
Veerkracht is niet het vergeten van de storm; het is leren navigeren met de kennis die de storm je heeft gegeven. Je leert dat het inzicht dat anderen misten, het anker is dat jou nu stevig houdt. Je begrijpt waar de pijn vandaan kwam. Je doorziet de dynamiek. Je hebt de landkaart van je eigen ziel in handen, een kaart die zij nooit hebben kunnen lezen.
Die bubbels aan de oppervlakte, die zij ooit zagen als een teken van verwarring, zijn er nog steeds. Maar ze hebben een andere betekenis gekregen. Ze zijn niet langer een stille schreeuw om hulp die door niemand wordt gehoord.
Ze zijn een teken van adem. Jouw adem.
En die is van niemand anders dan van jou.
Reactie plaatsen
Reacties