Als ervaringsdeskundige weet ik hoe diep een mens kan vallen. Niet een beetje verdrietig of somber, maar echt vallen. In een duisternis waar geen enkel sprankje licht meer doordringt. Waar elke gedachte zwart kleurt, en de enige uitweg die je ziet, die naar de dood lijkt te zijn.
Het is moeilijk uit te leggen aan iemand die het nooit zelf heeft meegemaakt. Het is geen kwestie van “jezelf bij elkaar rapen” of “positief denken.” Nee. Het is alsof je hoofd gevangen zit in een tunnel zonder uitgang. Een smalle, benauwde ruimte waarin je gedachten zich tegen je keren. Ze straffen je. Ze fluisteren je leugens toe die steeds echter gaan voelen. Je voelt geen emoties meer — of beter gezegd: je bént geen emotie meer. Alles is vlak. Alles is vaag. Alsof de wereld om je heen langzaam oplost, en jij alleen nog maar leeft in een klein, donker kamertje in je hoofd.
Soms voelt het alsof je keel wordt dichtgeknepen. Alsof je letterlijk moet happen naar adem, naar leven, maar het komt niet. Je hart klopt wel, je lichaam beweegt nog, maar jij? Jij bent er niet echt meer.
Ik heb dat meegemaakt. Rond mijn twintigste. Vele keren. Ik heb geprobeerd om uit het leven te stappen. Niet uit aandacht of lafheid — maar omdat ik écht geloofde dat ik niet meer verder kon. Keer op keer werd ik gered. Keer op keer lag ik in het ziekenhuis, terwijl ze mijn maag leegpompten. En keer op keer dacht ik: “Waarom heb je me laten blijven?”
Maar nu, jaren later, weet ik het. Niet alles werd beter, maar ik werd wijzer. Milder. Ik leerde dat die duisternis niet alles is. Dat je daaruit kunt kruipen, al gaat het langzaam. Soms op handen en knieën. Soms terugvallend. Maar wél vooruit.
Wat ik met deze column wil zeggen, is simpel:
Geef geen oordeel aan mensen die zo diep zitten.
Wees geen toeschouwer die roept vanaf de kant dat ze “moeten zwemmen.” Ga naast ze zitten. In het donker. In stilte desnoods. Laat ze voelen dat ze er nog zijn. Dat ze niet gek zijn. Dat ze niet alleen zijn.
Want het ergste wat je iemand kunt aandoen die zo diep zit, is afwijzing. Of erger nog: onbegrip vermomd als advies.
Ik ben er nog. En jij die dit leest, bent er ook nog. Misschien voor iemand die zich nu precies zo voelt als ik me toen voelde. Laten we niet vergeten: een beetje echte aandacht redt soms letterlijk een leven.
Laat liefde sterker zijn dan oordeel. Altijd.
Liefs,
Mario
Reactie plaatsen
Reacties