Ik wil vrij zijn

Gepubliceerd op 1 juni 2025 om 08:56

Triggerwaarschuwing: Dit verhaal bevat thema’s zoals depressie, trauma en euthanasiewens. Lees met zorg en zoek hulp als je hiermee worstelt.

 

Ongeveer een maand geleden, het was al lente. De zon liet zich voorzichtig weer vaker zien, de natuur kwam tot leven… maar in mij bleef het donker. Terwijl buiten alles groeide en bloeide, voelde ik mezelf steeds verder wegzakken.

Ik zat diep in de knoop met mezelf. Alweer. Ik keek in de spiegel en zag iemand die ik niet kon liefhebben. Iemand die ik lelijk vond, minderwaardig, mislukt. Mijn hoofd werd overspoeld door een storm van gedachten, en de innerlijke criticus — die ik al mijn hele leven met me meedraag — stond op het podium en schreeuwde harder dan ooit tevoren.

En dat had een reden.

De gesprekken die ik voerde in therapie gingen de afgelopen tijd dieper dan ooit. En naarmate die gesprekken intenser werden, kwamen ook mijn trauma’s steeds duidelijker naar voren. Herinneringen die ik jarenlang had weggedrukt. Gevoelens die ik als kind nooit had mogen voelen, kwamen nu in volle hevigheid naar boven.

Hoe meer die oude wonden opengingen, hoe heviger de innerlijke kritiek werd. Alsof het deel in mij dat me klein wilde houden, zich bedreigd voelde. Alsof het niet wilde dat ik zou helen. En ik? Ik was moe van dat eindeloze gevecht.

Moe van het dragen van een naam, een masker, een verleden.
Ik wilde vrij zijn. Vrij van het lichaam waarin ik mij gevangen voelde. Vrij van de stem die mij elke dag onderuit haalde. Vrij van het verdriet, van de pijn, van de strijd.

Dus ging ik naar mijn psycholoog. Tranen in mijn ogen. Mijn ademhaling hoog, mijn woorden zwaar:

"Ik ben op," zei ik. "Ik wil vrij zijn. Ik wil niet verder leven met deze pijn. Ik wil een euthanasietraject in."

Ik zag de schrik in haar ogen. Maar ik zag ook iets anders: mededogen. Geen oordeel. Alleen een stil begrip.

Ze sprak zacht, en haar woorden trilden na in mij:

“Mario, jij straft jezelf voor dingen waar je geen schuld aan hebt. Wat jou is overkomen… dat is niet niets. Je hebt liefde nodig gehad die je nooit gekregen hebt. Kleine Mario heeft alles alleen moeten dragen.”

Toen brak ik. Alles kwam naar boven. Het pesten. Het opgesloten worden. Het gevoel van afwijzing. Niet meer thuis mogen wonen. Terechtkomen in opvangcentra waar je alleen bent tussen mensen die net als jij verdwaald zijn.

En ik zag hem ineens, dat kleine jongetje in mij.
Hij keek me aan met betraande ogen en fluisterde: “Ik wilde alleen maar liefde.”

Waarom had ik mezelf dat liefdevolle woord nooit gegund? Waarom geloofde ik zo sterk dat ik het leven niet waard was?

Maar toen, ergens diep vanbinnen, ontstond er een andere stem. Zacht maar helder:

“Je was nooit de schuldige. Je was een kind. Een mens. En je leeft nog.”

Ik veegde mijn tranen weg. Bedankte haar.
En daarna…
Zet ik mijn masker weer op en ging verder alsof er niks aan de hand was.
Alsof het gesprek niet had plaatsgevonden. Alsof ik nog steeds de sterke moest zijn.
Maar vanbinnen bleef het nagalmen.
Iets was aangeraakt dat niet meer terug de doos in kon.

 

Voor wie dit leest, en zich herkent in dit gevoel van strijd…
Ik weet hoe donker het kan worden. Hoe de dagen lijken te vervagen in het gewicht van alles wat je met je meedraagt.

Maar wat je voelt, is niet jouw fout. Het is de pijn van alles wat je hebt moeten dragen, vaak in stilte.

En toch…
Jij leeft nog.
Niet omdat je faalt, maar omdat je blijft vechten.
Niet omdat je zwak bent, maar omdat je een hart hebt dat nog steeds klopt, ondanks alles.

Soms begint echte vrijheid met het erkennen van je onschuld.
Met het vasthouden van het kind in jezelf en zeggen:

“Je bent niet vergeten. Ik ben er nu voor jou. En we gaan samen verder.”

Je bent niet alleen.
En ook jouw verhaal mag bestaan.


Met liefde,
Mario

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.