De Brief die Nooit Aankomt

Gepubliceerd op 20 september 2025 om 12:39

16 september 2025 – Vandaag had ik een gesprek met Christine, GZ-psycholoog en psychotherapeut in opleiding. Toen de deur van de spreekkamer openging, en nog voor ik goed en wel zat, struikelden de woorden al uit mijn mond. Het ging over de afspraak van gisteren, die niet doorging. Over het begrip dat ik toonde, als een automatisme. "Natuurlijk, geen probleem, dat kan gebeuren," had ik gezegd. Een perfecte, sociaal wenselijke reactie. Maar achter dat masker van begrip voelde ik iets anders. Een diepe, stekende teleurstelling die zich al snel omvormde tot een bekend, knagend gevoel: zelfverwijt. Waarom cijferde ik mezelf weer weg? Waarom gaf ik mijn eigen gevoelens geen voorrang, zelfs niet voor een moment?

In de veilige ruimte van de therapiekamer mocht dat gevoel er zijn. Christine moedigde me aan om de woorden te vinden voor de storm die vanbinnen woedde. En daar kwamen ze: boosheid, omdat ik me niet gezien voelde in mijn behoefte. Verdriet, omdat het een echo was van zo vaak genegeerd zijn. De gedachte die door me heen schoot toen ik even moest wachten – "als ze nu te laat is, ben ik weg" – was geen kinderachtige opwelling, maar een schreeuw van mijn innerlijke zelf om eindelijk eens grenzen te stellen.

Het is pijnlijk om te erkennen hoe diep dit patroon is ingesleten. Hoe een leven, gedomineerd door de emotionele verwaarlozing en de tekorten vanuit mijn jeugd, me heeft gevormd tot een man die altijd eerst voor de ander zorgt. Het contact met mijn moeder en zus op afstand houden voelt als een noodzakelijke operatie zonder verdoving. Het moet, om drie redenen die we samen op een rijtje zetten: om mezelf te beschermen tegen mijn eigen, opgekropte woede, om nieuwe pijn te voorkomen en – misschien wel de belangrijkste – om te voorkomen dat ik weer in de rol van de aanpasser schiet. Ik wil nu voor mezelf kiezen, mezelf op de eerste plaats zetten.

Maar die opgekropte woede is een verraderlijk beest. Een paar dagen geleden, toen ik een brief aan hen wilde schrijven, gaf de printer de geest. De frustratie, de onmacht, de jarenlange spanning zocht een uitweg en vond die in het apparaat. Met een klap was het stil. De printer kapot, de brief niet geprint, de woorden nog steeds gevangen in mij.

Toen kwam Christine met een voorstel dat resoneerde. Een therapeutische, boze brief. Niet één, maar twee. Eén voor mijn moeder, één voor mijn zus. Een brief die nooit op de post zal gaan. Een document als een kluis, waarin ik al mijn rauwe, ongefilterde gevoelens kwijt kan. Alles wat ik nooit durfde te zeggen, alles wat ik inslikte met een glimlach van begrip. Het is geen oplossing, maar het is een ventiel. Een manier om de spanning uit mijn lichaam te laten vloeien, door het te adresseren, het een naam en een bestemming te geven, al is die bestemming een bureaula.

Op het einde van de sessie benoemde Christine iets wat ik al vaker van behandelaren heb gehoord: mijn innerlijke spanning is aan de buitenkant nauwelijks zichtbaar. Het is alsof ik in een geluidsdichte kamer sta te schreeuwen. De wereld ziet een kalme man, maar vanbinnen trillen de muren.

De therapeutische brief ligt nog ongeschreven op mijn tafel, maar de pen ligt ernaast. En voor het eerst voelt dat niet als een opgave, maar als een opening. De kans om, voor het eerst, de volledige, ongecensureerde waarheid te schrijven. Niet voor hen, maar voor mij.

 

Liefs,
Mario

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.