De Pijnlijke Vrijheid van het Zien
Er zijn van die vragen die we op de automatische piloot beantwoorden. "Hoe gaat het met je?" is er zo een. Jarenlang had ik mijn antwoord klaarliggen, als een gladgestreken jas die ik snel kon aantrekken. "Goed hoor," zei ik dan. En soms voegde ik er nog een "druk, hรจ" aan toe voor de geloofwaardigheid. Het was een leugen, natuurlijk. Maar het was een leugen die de wereld draaiende hield, een leugen die relaties comfortabel en oppervlaktes glad hield. Ik wist niet eens meer hoe zwaar die jas was geworden.